Brief 3

Lieve Linda,

Het duurde even voordat ik je vraag kon toelaten in mijn lijf. Wat ik voel als je me vraagt of ik een life-line had. De eenzaamheid die bezit van me neemt als ik daar aan denk slokt me op. Het overspoelt me en grijpt me bij mijn keel. Nee is het antwoord, Linda; ik had geen life-line.

Om mezelf overeind te houden kon ik niet anders dan mijn professionele pet opzetten en heel hard meedenken, meepraten en meedoen. Als dit werd toegelaten. Mijn kennis over het systeem, over hoe we zorg het beste kunnen inrichten en hoe je omgaat met kinderen zoals die van mij reikte verder dan die van de meeste hulpverleners die voorbij kwamen bij elkaar. En toch lukte het mij niet mijn eigen kind thuis groot te brengen. Nu ik het schrijf, schiet het verdriet door mijn hele lijf. Ik huil.

Weet je lieve Linda, ik voelde me eenzaam. Verloren en alleen in een wereld, maakbaar voor hen aan de andere kant van de tafel. Waar ikzelf ook regelmatig zat. En weet je, ik schaam me ervoor dat ik daar zelf als manager jarenlang aan voorbij ging. Aan die eenzaamheid van ouders en hoe maakbaar hun wereld voor mij leek te zijn. Ik voerde uit wat was bedacht en deed er gewoon aan mee. Ik schaam me voor de harde woorden die ik uitsprak naar ouders: “Dit is hoe we dit doen; dat hebben nou eenmaal zo met elkaar afgesproken; dit is de lijn die we hebben uitgezet.”

Nadat mijn eigen kind voor de zoveelste keer in scheurpyjama in de isoleer had geslapen belde ik de bestuurder van de organisatie waar hij verbleef en legde uit wat ik wilde doen. Ik zei: “Ik ben woest, boos, verdrietig en moe. Maar als iemand begrijpt wat er hier nodig is dan ben ik dat. Ik weet hoe het is om te functioneren in een systeem waar je geen ruimte voelt om te omarmen wat onmogelijk lijkt, maar waar het wel over gaat.”

Een week later zat ik aan tafel. Bij het team dat mijn kind in de isoleer had geplaatst en dagelijks opsloot op zijn kamer. Ik voel het nog: de haat naar hen aan de andere kant van de tafel. Ik stik er bijna van. Ik stik omdat ik me moest inhouden. Als moeder voelde ik me zo afhankelijk van de mensen die daar zaten. Ze konden mijn kind maken en breken. Toch ben ik gebleven. Ik heb diep ingeademd en heb verteld over mijn kind. Over hoe hij zijn eerste woorden sprak nog voordat hij een jaar was. Over hoe hij zijn pasgeboren broertje eindeloos aaide als die niet kon slapen. Over hem als mens.

En weet je Linda, ik was alleen maar bang. Bang voor wat ze van me zouden vinden. Ik wikte en ik woog in het kiezen van mijn woorden, want vonden ze me wel een goede moeder? Ik durfde het ze niet te vragen.

Ken jij dat Linda? Die angst? En je zo verschrikkelijk afhankelijk voelen?

Ik hoop dat je nee zegt. En tegelijkertijd ook weer niet.

Liefs Malanca

Praktijk MiK

Milla de Kampenstraat 15
5248 AR Rosmalen

Je kunt per e-mail contact met mij opnemen via linda@praktijkmik.nl.