Lieve Linda,

Je laatste brief heeft me gepuzzeld. Ergens in mij kraakt en piept het. Het duurde even voordat ik erachter was waar dit gevoel nou echt over gaat.

Jouw zin: ‘Ik ontdekte dat ik onheil beter kan verdragen dan ik dacht. Dit besef heeft me rustiger gemaakt. En opener, kwetsbaarder.’ Deze zin, die blijft maar door me heen gaan, want dit is waar het over gaat. De manier waarop wij onheil verdragen. Ik hoor het vaak om me heen: we moeten vertragen en verdragen. Hoewel dit op papier lekker allitereert, bijten deze woorden elkaar in het echte leven. Het klopt dat ingewikkelde situaties vragen om vertragen om te kunnen verdragen. Op de rem! Vertraag! Pas dan kun je met elkaar in rust luisteren en aanschouwen. Prachtig! Maar let op, ons lijf doet iets anders. Ons lijf reageert heel anders op onheil en op ongemak. Dat weten jij en ik Linda. Hoe komt het dan dat het zo vaak niet lukt?

Ik kan het mensen niet kwalijk nemen. Ons hele opvoedsysteem is doordrenkt met afleren van echt voelen. Een huilend kind krijgt te horen: ‘Stil maar, huil maar niet’. Een kind dat bang is hoort: ‘Je hoeft niet bang te zijn, dat is nergens voor nodig’. Een kind met buikpijn krijgt een tabletje. Een kind dat met stoelen gooit, sluiten we op. Ja, ik weet dat ik chargeer. Maar wanneer gaan we het daar nou eens met elkaar over hebben? Over die pijn, dat verdriet, die angst, om maar een paar dingen te noemen die je tegen kunt komen wanneer het echt ongemakkelijk wordt. Want dat is toch waar het over gaat? Als we echt gaan voelen.

We verwachten van onze professionals dat ze dit wel doen: voelen en toelaten. Godsakkeju en dikke vette klote zooi, komt in me op als ik me bedenk dat we dit als kind al kunnen, het vervolgens moeten afleren en als je dan gaat werken in de zorg je het weer moet aanleren. En hilarisch genoeg leer je dan met je hoofd. Daar gaat het mis Linda. Dat hoofd. Er zit nog een heel lijf onder. En dat weten we allemaal. Maar daar voelen en daar zijn, daar blijven, dat kunnen we niet meer.

Ik voeg de daad bij mijn woord: ik ga met mijn billen bloot, over mijn schuldgevoel. Dat waarvan ik met mijn hoofd weet dat het geen zin heeft, niet nodig is, maar wat zich met weerhaken heeft vastgezet in mijn lijf. Ik heb het te omarmen, maar godver wat maakt het me misselijk. Mijn schuldgevoel over dat ik mijn kind ‘heb weggedaan’. De nachten dat ik zijn lege bed zag en ik de deur van zijn slaapkamer dichtdeed omdat ik het niet kon verdragen dat hij daar niet lag, maar elders, opgesloten achter een deur met een heel groot slot. Alleen. Ik leg er een zacht dekentje overheen lieve Linda maar god wat doet het pijn van tijd tot tijd. Daar heb ik nog heel wat te doorvoelen.

Waar heb jij het niet over? Wat vreet aan jou? Wat is te zwart om te benoemen?

Denk je dat we het daar over kunnen hebben, lieve Linda?


Liefs Malanca

Praktijk MiK

Milla de Kampenstraat 15
5248 AR Rosmalen

Je kunt per e-mail contact met mij opnemen via linda@praktijkmik.nl.